donderdag 2 augustus 2012

Statusangst


De meeste psychologen hebben statusangst. Althans, dat zegt hoogleraar psychologie Jan Derksen: “Kijk maar naar enquetes: psychologen scoren altijd het laagst op zelfbeeld. Daarom is de verleiding groot om de natuurwetenschappen te gaan nadoen. Dat kan door je te beperken tot hersenonderzoek. Psychologen schaden zo hun eigen vak”.

Zelf vind ik het wel iets sympathieks hebben, dat bewustzijn van psychologen van de beperktheid van hun eigen vak. Hun zelftwijfel is beter te pruimen dan de zelfgenoegzaamheid van veel economen. Die laatste beroepsgroep is niet minder dol op de natuurwetenschappen en waarschijnlijk komt dat in gelijke mate als bij psychologie voort uit statusangst. Alleen, zij doen door de bank genomen minder aan introspectie en zelfkennis.

Maar moeten psychologen zich dan niet even achter de oren krabben voordat ze zich laten inschakelen door economen? Bijvoorbeeld zoals nu gebeurt bij de Nederlandse Bank, die sinds dit jaar twee psychologen in dienst heeft om de cultuur van banken te doorgronden. Zij gaan bij de banken op zoek naar sporen van narcisme, bokitogedrag, gebrek aan tegenspraak. Ze sturen vervolgens hun rapporten naar de bankdirecties, zodat die zich geconfronteerd zien met hun eigen gedrag.

Laten psychologen zich hier voor het karretje spannen van de economen, of voegen ze echt iets toe? Of – nog een geheel andere suggestie – is misschien het verschil toch niet zo groot tussen wat de psychologie leert over onze natuurlijke aanleg en wat de economie leert over de vergaring van rijkdommen, en daarmee over de uitputting van onze hulpbronnen? Die gedachte zou je kunnen afleiden uit het werk van de psychologen Mark van Vugt en Daniël Goleman.

Als ik de evolutionair psycholoog Van Vugt goed begrijp dan zit duurzaam gedrag gewoon niet in onze genen. Niet in onze omgang met onze hulpbronnen, noch communicatief in de omgang met onze medemensen. Onze hersenen zijn zo geëvolueerd dat we het hier en nu voorrang geven boven de toekomst, want wat de toekomst brengt weten we niet. “Zeker in onze voorouderlijke omgeving was het best riskant om niet die onmiddellijke beloning – dat stuk vlees of die honingraat – te pakken maar dat uit te stellen”. De mismatch tussen korte termijn menselijk denken en welbegrepen lange termijn menselijke belangen zit in de schepping ingebakken.

Managementpsycholoog en goeroe Daniel Goleman doelt op hetzelfde als hij zegt dat we een foute bedrading in onze hersenen hebben. Het systeem voor het herkennen van dreigingen en het reageren daarop is meer dan honderdduizend jaar oud. Het is geworteld in een tijd dat gevaar fysiek was en plotseling kon opdoemen. In zulke situaties is lange-termijn-denken niet verstandig.

Als Van Vugt en Goleman gelijk hebben dan is het maar de vraag of de psychologie de economie wel kan corrigeren, zoals de Nederlandse Bank het wil. Dan lijkt het eerder zo te zijn dat de psychologie en de economie elkaar versterken in hun korte termijn gerichtheid.

Van Vugt en Goleman zien niettemin wel mogelijkheden voor de psychologie. Zij wijzen erop dat gedrag te sturen is door middel van stimuli en afstraffing, naming en shaming. Daarbij is kennis van psychische mechanismen zeer bruikbaar. De statusgevoeligheid van mensen kan er bijvoorbeeld toe bijdragen dat als beroemdheden om duurzaamheidsredenen rondrijden in een Toyota Prius, veel andere mensen dat voorbeeld willen volgen. De neiging elkaar na te apen kan hier als positief middel worden ingezet.

Maar andere psychologen waarschuwen dat je niet al te grote verwachtingen moet hebben van de mogelijkheid van beleidsmakers en marketeers om gedrag te sturen. Gedrag is moeilijk voorspelbaar, aldus Joke Harte, en daardoor ook moeilijk stuurbaar.

Mijn conclusie is dat je met de psychologie in de hand net zo goed kunt uitkomen bij een correctie op, als bij een rechtvaardiging van het graaigedrag van de homo economicus. Het is niet ondenkbaar dat de inzet van psychologen bij de Nederlandse Bank hetzelfde effect krijgt als destijds de publicatie van topsalarissen en bonussen. Daar moest, via publieke verontwaardiging, een matigend effect vanuit gaan maar het werkte omgekeerd: publicatie van jouw hoge salaris verhoogde je status. Op gelijke manier steekt straks de ene bankdirecteur de andere de loef af door te melden dat hij wel vier psychologen van de Nederlandse Bank aan zijn broek heeft hangen in plaats van twee.

Zie ook Crisis van hoog en laag

Geen opmerkingen:

Een reactie posten