donderdag 2 juli 2015

Griekenland en democratie


Het zou best kunnen: dat Griekenland gewoon niet bij de Europese Unie hoort.

Natuurlijk hoort het daar wel bij doordat het in Europa ligt en zelfs de bakermat is van de Europese beschaving. En doordat we het de Grieken gunnen om te delen in onze welvaart.

Maar het is een serieuze vraag of dat alles reden genoeg is voor lidmaatschap. Het zou heel goed kunnen dat minimale niveaus van staatsinrichting, belastingheffing en corruptiebestrijding ononderhandelbare minimale vereisten zijn waaraan in ieder geval voldaan moet zijn. En dan zakt Griekenland voor de test.

De reden dat Ierland, Spanje en Portugal de weg omhoog uit de economische crisis beter hebben kunnen vinden is waarschijnlijk daarin gelegen dat zij aan die minimale voorwaarden beter voldoen. Omdat die elementen al langer in hun cultuur en mentaliteit te vinden waren.

Zolang aan die – in feite technocratische – voorwaarden niet is voldaan, kan ook een democratisch bestel niet goed functioneren. Althans, het kan meer kapotmaken dan je lief is. De democratische verkiezing van Tsipras en vervolgens het optreden van zijn regering zouden weleens heel slecht uit kunnen pakken.

Het functioneren van de huidige Griekse democratie (“honderdduizend ambtenaren erbij!”) bevestigt daarmee de afkeer die bijna alle oud-Griekse denkers, inclusief Plato en Aristoteles, hadden van de democratische staatsvorm. Zij betichtten die ervan dat ze te wispelturig is, te zeer geneigd de waan van de dag te volgen – met het gevaar dat emoties de overhand krijgen boven doordachte besluitvorming en dat men veel te weinig let op de lange termijn.

De grote antieke Griekse denkers waren nog niet op de hoogte van de bovengenoemde randvoorwaarden. Zij wisten niet dat vervulling daarvan een democratie heel wel mogelijk en levensvatbaar maakt. Ik ben bang dat de huidige Grieken dat ook nog niet weten.

Zie ook Er is over nagedacht en Met universele waarden kom je niet ver

Geen opmerkingen:

Een reactie posten